het leder zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'ledər ] Afbreekpatroon: le·der leer formeel Voorbeeld: 'slangenleder' Synoniemen: lederen 2 definities
1) Bereide dierenhuid 2) Bereide huid 3) Bewerkte dierenhuid 4) Bewerkte huid 5) Dierenhuid 6) Dierlijk product 7) Dikkere huid 8) Gebruikt de schoenmaker 9) Gelooide dierenhuid 10) Gelooide huid 11) Geprepareerde huid 12) Leer 13) Stoelbekleding 1) Kalfsleer 2) Marokijn 3) Nappa 4) Rundleer 5) Skai 6) Slangenleer 7) Suede 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Leder``] Het L. is van uitgestrekt nut bij de uitrusting der soldaten en vooral bij het paardentuig. Men noemt somtijds ledergoed bij voorkeur de sabelkoppel en de patroontaschbandelier der soldaten. Tol in de 17de eeuw vervingen lederen kolders
verwijst naar leer = uit dierenhuiden (toon de herkomst via de etymologiebank)
De huid of het vel van een dier, die is gelooid om hem tegen bederf te beschermen en in droge toestand relatief zacht en soepel te maken