de leeftijdgenoot zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'leftɛitxənot ] Afbreekpatroon: leef·tijd·ge·noot Verbuigingen: leeftijdgenoten (meerv.) Zijn jongste oom en hij zijn leeftijdgenoten. 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/leeftijdgenoot