de leiding zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈlɛidɪŋ ] Afbreekpatroon: lei·ding Verbuigingen: leidingen (meerv.) 1) het leiden (2) Voorbeeld: 'een handelsmissie onder leiding van de staatssecretaris' aan de leiding gaan ((in een wedstrijd) de voorste positie innemen) 2) leidinggevende personen Voorbeeld: 'De leidi...
1) Aanvoer 2) Aanvoeren 3) Aanvoering 4) Auspiciën 5) Beheer 6) Bestel 7) Besturing 8) Bestuur 9) Bevelvoering 10) Bewind 11) Buis 12) Commando 13) Directie 14) Gedrag 15) Geleiding 16) Houding 17) Kanaal 18) Macht 19) Management 20) Noodbestuur 21) Pijp 22) Regering 23) Regime 24) Samenstel van buizen 1) Aanvoeren 2) Aanvoering 3) Afvoer 4) Beheer 5) Bestel 6) Besturing 7) Bestuur 8) Bevelvoering 9) Bewind 10) Buis 11) Directie 12) Gedrag 13) Hoofd 14) Houding 15) Koker 16) Koppositie 17) Kopstuk 18) Management 19) Moderamen 20) Organisatie 21) Plan 22) Regeling 23) Regering 24) Regie 25) Ressort 
het zeggen wat er moet gebeuren vb: hij geeft leiding aan deze ploeg
Koker, buis, draad enz. waardoor of waarlangs een stof of kracht geleid wordt.
buis, samenstel van buizen waar iets (bijv. water) doorheen geleid wordt
Def.: buis of samenstel van buizen waardoor een stof (vast, vloeibaar of gas) verpompt wordt of stroomt
In het algemeen een draad die de elektrische stroom geleidt en die wordt gebruikt voor het transporteren van elektrische energie of gegevens onder elektronische vorm.
1. Sturing. Begeleiding.2. Buis waardoor vloeistof gaat.
Het opstarten en aansturen van activiteiten van personen met het oogmerk een voorgenomen resultaat te bereiken.