levensmiddelen zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈlevə(n)smɪdələ(n) ] Afbreekpatroon: le·vens·mid·de·len voedsel dat je nodig hebt om te leven (1) Voorbeelden: 'Brood, melk en pasta zijn levensmiddelen.' , 'Levensmiddelen kun je kopen in de supermarkt.' Synoniemen: eetwaar Gevonden op https://woorden.org/woord/levensmiddelen