I het lokaal zelfst.naamw. Uitspraak: [ loˈkal ] Afbreekpatroon: lo·kaal Verbuigingen: lokalen (meerv.) ruimte in een gebouw (meestal een school) met een bepaalde functie Voorbeelden: 'leslokaal' , 'praktijklokaal' , 'schaftlokaal' II lokaal bijv.naamw. Uitspraak: [ loˈkal ] Afbreekpatroon: lo·kaal als iets hoort bij een bepaalde pl...
1) Begrensde ruimte 2) Communaal 3) Deel van een gebouw 4) Deel van een sanatorium 5) Deel van een school 6) Endemisch 7) Gemeentelijk 8) Groot vertrek 9) Grote kamer 10) Klas 11) Klasse 12) Lesruimte 13) Lokaliteit 14) Plaatselijk 15) Plaatselijk, van beperkte omvang 16) Ruim vertrek 17) Ruimte 18) Ruimte in een gebouw 1) Café 2) Kamer 3) Klas 4) Kroeg 5) Lokaliteit 6) Plaatselijk 7) Vertrek 8) Zaal 9) Zaaltje 10) Zonaal 
plaatselijk (toon de herkomst via de etymologiebank)
op of van een bepaalde plek of streek vb: het vieren van Sint-Maarten is een lokaal verschijnsel Synoniem: plaatselijkruimte waar leerlingen les krijgen vb: in dit lokaal wordt scheikunde gegeven Synoniem: klas
Gebruikt voor vogelsoorten die in hun verspreiding zeer beperkt zijn, zowel gedurende het gehele als een deel van het jaar. Alternatieven: lokale
•plaatselijk, van beperkte omvang.
plaatselijk
plaatselijk - Jaar van herkomst: 1570 (WNT )
plaatselijk
Engels:Local plaatselijk, van beperkte omvang
van beperkte omvang
Plaatselijk, b.v. geneesmiddel ter plekke toedienen (i.t.t. gegeneraliseerd)..