louteren werkw. Uitspraak: [ 'lɑutərə(n) ] Afbreekpatroon: lou·te·ren Vervoegingen: louterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelouterd (volt.deelw.) door ervaring een beter mens (doen) worden Voorbeelden: 'Die harde ervaringen in Brussel hebben haar gelouterd.' , 'De werkgroep moet bestaan uit gelouterde praktijkmensen.' Synoni... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/louteren