mensenschuw bijv.naamw. Uitspraak: [ 'mɛnsə(n)sxyw ] Afbreekpatroon: men·sen·schuw als je liever niet in het gezelschap van mensen bent Voorbeelden: 'Sinds die nare ervaring is hij een beetje mensenschuw geworden.' , 'Jonge vogels zijn meestal totaal niet mensenschuw.' Synoniemen: eenkennig eenzelvig introvert teruggetrokken 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/mensenschuw
1.bn.: schuchter, bedeesd, geneigd tot gezelschap van andere mensen zoveel mogelijk te ontwijken Voorbeeld: ‘Mensenschuw bleef hij zitten, als een gevangene die niet weet wie hem zal komen verlossen’ (Langs Wegen 191) 2.zelfst. gebr.: Voorbeeld: ‘Dan zijn er ook nog (...) de mensenschuwen, die in hun hol verscholen blijven’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0016.php