de molenaar zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: molenaars Verbuigingen: molenaartje iemand die het werken in een molen als beroep heeft Synoniemen: mul mulder Spreekwoorden en zegswijzen • men vindt geen molenaar of hij at gestolen koren. (=ieder zoekt zijn voordeel, ook al is het ten koste van anderen.) • a...
1) Boomkever 2) Exploitant van een molen 3) Werkman in een molen 4) Meelworm (schertsend) 5) Meelworm 6) Vis 7) Plant 8) Beroep 9) Insect 10) Meikever 11) Graanbewerker 12) Meulenaar 13) Braamsluiper 14) Eigenaar van een molen 15) Nederlandse modeontwerper 16) Wijting 17) Kleine schelvis 18) Nederlandse couturier 
iemand die voor zijn beroep een molen bedient; iemand die voor zijn beroep of als vrijwilliger met een molen werkt; ook: het beroep van molenaar
exploitant van een molen
exploitant van een molen (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die in een molen werkt vb: de molenaar liet de wieken draaien
• [beroep] iemand die het werken in een molen als beroep heeft.
Molenaar, in verschillende dialecten ook wel mulder genoemd, is al een eeuwenoud zelfstandig beroep. Meestal werd het maalbedrijf van vader op zoon overgedragen. De molenaar trad tevens als leermeester op.
exploitant van een molen; naam voor verschillende dieren
Een molenaar is iemand die in een molen werkt en aldaar zorgt voor het malen van graan (korenmolen) of het zagen van hout (zaagmolen). [basiswoordenlijst groep 3]
korte staaf in het midden opgehangen aan een ketting met ruime ring, aan een touw of voorzien van een ijzeren staaf met ring, waarmee men, door de molenaar in het spongat te steken, vaten hijst. Naar het schijnt ook wan genoemd.
Personen die graanmolens bezitten of bedienen en graan tot meel malen