Zie ook:
morrel

morrelen werkw. Uitspraak: [ 'mɔrələ(n) ] Afbreekpatroon: mor·re·len Vervoegingen: morrelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemorreld (volt.deelw.)
niet erg doelgericht proberen iets voor elkaar te krijgen of te veranderen Voorbeelden: 'aan een roestig slot morrelen om het open te krijgen' , 'Toen er te weinig kandidaten volde...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/morrelen

1) Scharrelende bewegingen maken 2) Op de tast knoeien 3) Wroeten 4) Klungelen 5) Veugelen 6) Peuteren 7) Wurmen 8) Oerelen 9) Moggelen 10) Moeren 11) Frunniken 12) Prutsen 13) Politiek aan een besluit tornen 14) Roeren 15) Knoeien
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Morrelen/1

peuteren
Jaar van herkomst: 1709 (WNT )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

peuteren (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/morrelen

oorspronkelijk: in het donker, op de tast, moeten werken. Ook bekend als morlen . Bij uitbreiding op slecht verlichte en moeilijk toegankelijke plaatsen, dus bijvoorbeeld in de hoeken van het ruim , moeten werken.
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=morrelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.