morrelen werkw. Uitspraak: [ 'mɔrələ(n) ] Afbreekpatroon: mor·re·len Vervoegingen: morrelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemorreld (volt.deelw.) niet erg doelgericht proberen iets voor elkaar te krijgen of te veranderen Voorbeelden: 'aan een roestig slot morrelen om het open te krijgen' , 'Toen er te weinig kandidaten volded... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/morrelen
oorspronkelijk: in het donker, op de tast, moeten werken. Ook bekend als morlen. Bij uitbreiding op slecht verlichte en moeilijk toegankelijke plaatsen, dus bijvoorbeeld in de hoeken van het ruim, moeten werken. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=mes#morrelen