I nabij bijv.naamw. Uitspraak: [ naˈbɛi ] Afbreekpatroon: na·bij dichtbij in afstand of tijd Antoniem: ver in de nabije toekomst (binnenkort) II nabij voorzetsel Uitspraak: [ naˈbɛi ] Afbreekpatroon: na·bij in de buurt van Voorbeeld: 'van nabij meemaken' Synoniem: dichtbij Synoniemen: aan bij circa dichtbij naast nabijgelegen ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/nabij
1) Aangrenzend 2) Aanstaande 3) Bij 4) Bij het genoemde 5) Bijwoord 6) Binnen handberijk 7) Circa 8) Dicht in de buurt 9) Dichtbij 10) Dichtbijgelegen 11) Het dichtstbijzijnde 12) In de buurt 13) In de buurt van 14) Naast 15) Nabijgelegen 16) Niet ver 17) Niet ver verwijderd 18) Niet ver weg 19) Niet veraf Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Nabij/1