neerwarrelen, neerfladderen - Voorbeeld: ‘De maan blonk in de donkere boomkruinen, er speelde lijk een gouden sneeuw die dansend neervlinderde op de tintelende toppen van 't groen en op 't melkwitte veld’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0017.php