offreren werkw. Uitspraak: [ ɔ'frerə(n) ] Afbreekpatroon: of·fre·ren Vervoegingen: offreerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geoffreerd (volt.deelw.) 1) geven zonder iets terug te vragen formeel Voorbeeld: 'Mag ik u nog een glaasje cognac offreren?' Synoniem: aanbieden 2) een offerte uitbrengen...
1) Aanbieden 2) Aandoen 3) Aangeboden 4) Aanpresenteren 5) Geven 6) Offeren 7) Opdragen 8) Overhandigen 9) Presenteren 10) Schenken 11) Tonen 12) Voorleggen 1) Aanbieden 2) Aangeboden 3) Opdragen 4) Overhandigen 5) Presenteren 6) Schenken 7) Tonen 8) Voorleggen 
aanbieden (toon de herkomst via de etymologiebank)
aanbieden
aanbieden
groei en conjunctuur, markten en prijzen: aanbieding, een aanbod doen. ...handelsrecht: aanbieding, een aanbod doen. ...