ombouwen werkw. Uitspraak: [ 'ɔmbɑuwə(n) ] Afbreekpatroon: om·bou·wen Vervoegingen: bouwde om (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft omgebouwd (volt.deelw.) zo veranderen dat het voor iets anders gebruikt kan worden Voorbeelden: 'Onze kampeerauto is een omgebouwde bestelwagen.' , 'De kerk is omgebouwd tot een appartementencomplex.' Sy... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ombouwen