de tak zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ tɑk ] Verbuigingen: takken (meerv.) 1) een uitstekend deel dat uit de stam van een boom of uit een andere tak groeit Voorbeelden: 'laaghangende takken' , 'dennentak' , 'zijtak' wandelende tak (insect dat op een takje lijkt) 2) onderdeel van een groter geheel Voorbeelden: 'een ... Gevonden op https://woorden.org/woord/tak
1) Afdeling van een vereniging 2) Boomstuk 3) Deelgroep 4) Deel van een tand 5) Deel van een schip 6) Hak 7) Uitloper 8) Deel van een plant 9) Deel van een organisatie 10) Deel van een gewei 11) Klaviertoetst 12) Smet 13) Deel van een gewas 14) Deel van een familie 15) Boomtak 16) Geslacht 17) Branche Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tak/1
deel van boom of struik dat zich afsplitst van de stam vb: dode takken vallen uit de boom iets met wortel en tak uitroeien [helemaal] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/