onderkennen werkw. Uitspraak: [ ɔndər'kɛnə(n) ] Afbreekpatroon: on·der·ken·nen Vervoegingen: onderkende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft onderkend (volt.deelw.) opmerken en het belang inzien van Voorbeelden: 'de risico's tijdig onderkennen' , 'Zo lang het niet als een probleem wordt onderkend, kan er niet aan een oplossing wor...
1) Begrijpen 2) Beseffen 3) Doorzien 4) Herkennen 5) Inzien 6) Onderscheiden 7) Realiseren 1) Beseffen 2) Doorzien 3) Erkennen 4) Herkennen 5) Iets onder ogen zien 6) Inzien 7) Onderscheiden 8) Realiseren 9) Zich realiseren 
opmerken en het belang inzien Voorbeeld: Het is eerst nodig het probleem te onderkennen, om daarna aan een oplossing te werken.