ontgrendelen werkw. Uitspraak: [ ɔnt'xrɛndələ(n) ] Afbreekpatroon: ont·gren·de·len Vervoegingen: ontgrendelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ontgrendeld (volt.deelw.) ervoor zorgen dat iets niet langer op slot is Voorbeelden: 'De deur werd ontgrendeld en we konden eindelijk naar binnen.' , 'De auto wordt met een afstandsbedi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontgrendelen