ontzien werkw. Uitspraak: [ ɔntˈsin ] Afbreekpatroon: ont·zien Vervoegingen: ontzag (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ~ (volt.deelw.) (iemand) behoeden voor onprettige ervaringen Voorbeeld: 'Als het gips eraf gaat moet je je arm nog een beetje ontzien, maar je mag hem al wel weer gebruiken.' Synoniemen: eerbiediging in acht nemen n...
1) Besparen 2) Eerbiedigen 3) Menageren 4) Mijden 5) Niet aantasten 6) Ongemoeid 7) Ongemoeid laten 8) Respecteren 9) Schromen 10) Sparen 11) Verschonen 12) Vieren 13) Vrezen 1) Duchten 2) Eerbiedigen 3) Eerbiediging 4) Gespaard 5) Menageren 6) Mijden 7) Respecteren 8) Sauveren 9) Sparen 10) Verschonen 11) Vrezen 
sparen (toon de herkomst via de etymologiebank)
voorzichtig met iets of iemand omgaan vb: we moeten Max maar een beetje ontzien, hij heeft het erg moeilijk
•het iemand gemakkelijker maken dan die persoon het anders zou hebben gehad door die persoon minder te belasten.
sparen
sparen