opgaan werkw. Uitspraak: [ 'ɔpxan ] Afbreekpatroon: op·gaan Vervoegingen: ging op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is opgegaan (volt.deelw.) zich in een opwaartse beweging verplaatsen Voorbeeld: 'De zon gaat op in het oosten en gaat onder in het westen.' Synoniemen: bestijgen klimmen kloppen opkomen opstaan rijzen stijgen uitkomen verrij... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/opgaan
1) Bestijgen 2) Juist zijn 3) Klimmen 4) Kloppen 5) Naar boven gaan 6) Naar bovengaan 7) Opkomen 8) Opslaan 9) Opstaan 10) Rijzen 11) Rijzen van de zon 12) Stijgen 13) Uitkomen 14) Verliezen 15) Verrijzen 16) Verslinken 17) Vervuld zijn 18) Voorwaarts gaan 19) Wassen Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opgaan/1
omhoog komen vb: de zon gaat op in het oosten Synoniemen: opkomen bekruipen er zo aandachtig mee bezig zijn dat je alles vergeet vb: hij gaat helemaal op in zijn computer Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=opgaan
•oprijzen, omhooggaan. •een succes zijn, juist blijken. •toekomende tijd enkelvoud en meervoud van •Nederlands Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/opgaan
[Bargoens, boeventaal] gestraft worden. Zou hij opgaan? Toch is die gooser niet opgegaan voor dat zwijn (fiets). Wie dekt, gaat net zoo goed op als de dader die verschut wordt. Gevonden op https://www.gutenberg.org/cache/epub/28715/pg28715-images.html