opvliegen, opstuiven, driftig worden, in toorn geraken, razen - Voorbeeld: ‘Zij trachtte Peter en Jan en Miele die opraasden in grote toorn en elk end een wilden verongelukken, te stillen en tot bedaren te brengen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php