overleven werkw. Uitspraak: [ ovərˈlevə(n) ] Afbreekpatroon: over·le·ven Vervoegingen: overleefde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft overleefd (volt.deelw.) blijven leven na een gebeurtenis waaraan je dood had kunnen gaan Voorbeeld: 'een vliegtuigongeluk overleven' Synoniemen: handhaven in leven blijven overblijven trotseren voort... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/overleven
erna nog in leven zijn vb: hij heeft de botsing overleefd langer leven dan iemand anders vb: hij heeft zijn vrouw overleefd Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=overleven
•in leven blijven ondanks levensbedreigende omstandigheden of gebeurtenissen. •een hogere leeftijd bereiken dan. •voortleven na iemand anders overlijden. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/overleven