de overvaller zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ovərvɑlər ] Afbreekpatroon: over·val·ler Verbuigingen: overvallers (meerv.) iemand die een overval pleegt of heeft gepleegd Voorbeeld: 'De drie overvallers bedreigden de juwelier met een vuurwapen.' Synoniemen: aanvaller 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/overvaller