de paan zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: panen (meerv.) Verbuigingen: paantje (verkleinwoord) 1) een op fluweel of ribfluweel gelijkende stof Voorbeeld: 'Hij droeg een broek van paan en een houtje-touwtjejas.' 2) een lap stof groot genoeg om om het middel geslagen te worden Voorbeeld: 'Nauwelijks had een oude vrouw d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/paan