
paander die men naar het werk meeneemt, waarin men zijn gerief opbergt - Voorbeeld: ‘
Elk (meisje) in verschillende bonte kledij: grauw, bruin, eerdkleurig of afgewassen blauwe voorschoot en lijvekes; de meiskes met versgekamde of gevlochten haarstressen, het werkpanderken aan de arm, bezorgd voor hun nette schortjes’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.