
de Palauer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Pa·lau·er Verbuigingen: Palauers (meerv.)
een inwoner van Palau (''ook'' Belau) . Deze woorden beginnen met Palauer: • Palauers
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Palauer
Geen exacte overeenkomst gevonden.