tooien, opschikken versieren - Voorbeeld: ‘De stal zonder meer was geen aardigheid, en armtierig voor een kerstfeest, maar met pinten en paleren zou het een uitzicht krijgen’ - Voorbeeld: ‘Van heel bijzondere aard weer en andere stemming, zijn de feestelijkheden 's zomers te lande, bij slijting, afpikking en voldoening, wanneer de ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php