het parcours zelfst.naamw. Uitspraak: [ pɑr'kur, pɑr'kurs ] Afbreekpatroon: par·cours Verbuigingen: parcoursen (meerv.) route die moet worden afgelegd in het kader van een rally of wedstrijd Voorbeeld: 'hardloopparcours' Synoniemen: baan wedstrijdterrein 6 definities...
1) Af te leggen weg 2) Af te leggen weg bij een wedsrijd 3) Af te leggen weg tijdens een wedstrijd 4) Afgebakende weg 5) Afgepaalde plaats voor wedrennen 6) Afgeperkte ruimte 7) Afstand 8) Baan 9) Baan voor een wedstrijd 10) Circuit 11) Piste 12) Renbaan 13) Rijbaan 14) Rit 15) Ronde 16) Te volgen weg 1) Baan 2) Circuit 3) Omloop 4) Piste 5) Renbaan 6) Ronde 7) Traject 8) Wedstrijdbaan 9) Wedstrijdroute 10) Wegcircuit 
af te leggen route (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een parcours of parkoers is een (bij een wedstrijd) te volgen route. Als het parcours rondloopt (start- en eindpunt sluiten aan elkaar aan) spreekt men van een circuit. Bij atletiek is dit vaak een sintelbaan. Het uitzetten van een parcours voor officiële wedstrijden moet nauwkeurig gebeuren, vooral vanwege de commerciële belangen bij grootschal...
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Recht van -) recht van vrij verkeer over de grenzen, bij uitlevering van misdadigers, het grazen van vee op het grondgebied van een aangrenzend land, enz. Ook van spoorwegmaatschappijen over elkaars lijnen.
af te leggen weg
Af te leggen weg in wedstrijd