peinzen werkw. Uitspraak: [ ˈpɛinzə(n) ] Afbreekpatroon: pein·zen Vervoegingen: peinsde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gepeinsd (volt.deelw.) lang nadenken Ik peins er niet over. (ik doe het zeker niet) Synoniemen: bedenken beschouwen bespiegelen denken dubben filosoferen mijmeren nadenken overdenken overpeinzen piekeren prakk...
1) Nadenken 2) In geheim beraden 3) Mijmeren 4) Overpeinzen 5) Prakkiseren 6) Overdenken 7) Diep nadenken 8) Bespiegelen 9) Broeden 10) Filosoferen 11) Suffen 12) Piekeren 13) Denken 14) Beschouwen 15) Bedenken 16) Studeren 17) Zinnen 18) Malen 19) Mediteren 20) Dromen 21) Dubben 22) In gedachten verzonken zijn 
denken
denken, nadenken (toon de herkomst via de etymologiebank)
je hersens laten werken vb: ik peinsde me suf, maar ik wist zijn naam niet meer
•heel diep nadenken.
denken
Peinzen is diep nadenken. [basiswoordenlijst groep 6]