de pezerik zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: pe·ze·rik Verbuigingen: pezeriken (meerv.) Verbuigingen: pezerikje (verkleinwoord) de penis van een stier of varken Voorbeeld: 'De penis van een stier noemt men een pezerik.' . 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pezerik
Uit `De lagere vaktalen: Taal der Loodgieters, zinkbewerkers en gasfitters` 1914 stierepees om gereedschap in te vetten.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742