1) Brander 2) Deel van een kaars 3) Indische pasmunt 4) Indonesische pasmunt 5) Lichtje 6) Suddervlammetje 7) Theelichtje 8) Vlammetje 9) Vlammetje onder de theepot 10) Vlammetje onder een theepot 11) Zaadkorreltje 12) Zacht vuur 13) Zacht vuurtje 14) Zaadje 15) Zwak licht 1) Peet 2) Petemoei 3) Vlammetje 
zie bij kasje. Het Chinese piti was de naam van een munt van slecht gezuiverd tin. Thans is het in Indië nog de naam voor dubbeltjes. Javaans pitjis.
Indisch dubbeltje (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] eigenlijk pitjis en pitis, mrv pitis-pitis, de naam der kleine koperen munten in Indië, ook kepeng (zie aldaar) of cash genoemd. Men heeft Chineesche, Japansche, Bantamsche pitjes enz. Ze zijn van een gat voorzien en worden bij 100 of
Keukengerei, vaak keramisch, dat wordt gebruikt voor het warmhouden van de inhoud van een schaal, theepot of mok die op een holle standaard met een warmtebron staat