
opsplitsen werkw. Uitspraak: [ 'ɔpsplɪtsə(n) ] Afbreekpatroon: op·split·sen Vervoegingen: splitste op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgesplitst (volt.deelw.)
in één of meerdere stukken opdelen Voorbeeld: 'Er zijn voor- en tegenstanders van het voorstel om België op te splitsen.' Synoniemen: afbreken delen onderverdelen op...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opsplitsen

1) Onderverdelen 2) In delen scheiden 3) Opdelen 4) Delen 5) Afbreken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opsplitsen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.