prediken werkw. Afbreekpatroon: pre·di·ken Verbuigingen: predikte Vervoegingen: gepredikt (volt.deelw.) 1) enz. 2) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het prediken in de tweede betekenis erin.' 3) de leer van een geloof verkondigen Voorbeeld: 'De dominee predikte over de brief aan de Ro... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/prediken