preken werkw. Uitspraak: [ ˈprekə(n) ] Afbreekpatroon: pre·ken Vervoegingen: preekte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gepreekt (volt.deelw.) een preek houden tijdens een kerkdienstreligie Synoniemen: betogen prediken zedenmeesteren Spreekwoorden en zegswijzen • voor de ganzen preken (=aan ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/preken
Religieuze voordrachten die deel uitmaken van een kerkdienst. Categorie: Informatievormen > toespraken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491