raaskallen werkw. Uitspraak: [ ˈraskɑlə(n) ] Afbreekpatroon: raas·kal·len Vervoegingen: raaskalde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geraaskald (volt.deelw.) praten zonder dat anderen begrijpen wat je zegt Synoniem: zwetsen Synoniemen: bazelen fantaseren ijlen kletsen razen uit de nek lullen uit de nekharen lullen zwetsen Intensi...
1) Flauw praten 2) Kolderen 3) Leuteren 4) Tieren 5) Bazelen 6) Revelen 7) Fantaseren 8) Doordraven 9) Beuzelen 10) Kletsen 11) Schreeuwen 12) Radoteren 13) Onzin vertellen 14) Onzinnig praten 15) Te keergaan 16) Onzin uitslaan 17) Uit de nek lullen 18) Zwetsen 19) IJlen 20) Onzin praten 21) Razen 
onzin praten
(Amsterdams) zwetsen, onzinnig praten
onzin praten, bazelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
onzin praten