de rusttijd zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'rʏstɛit ] Afbreekpatroon: rust·tijd Verbuigingen: rusttijden (meerv.) tijd die bedoeld is om te rusten Voorbeelden: 'dagelijkse en wekelijkse rusttijden' , 'de rij- en rusttijden van vrachtwagenchauffeurs' Synoniemen: rust rustpauze rustpoos verpozing 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rusttijd