de pauze zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈpɑuzə ] Afbreekpatroon: pau·ze Verbuigingen: pauzes (meerv.) onderbreking om te rusten Voorbeelden: 'koffiepauze' , 'in de pauze van een bioscoopvoorstelling' Synoniemen: onderbreking rust rustpauze tussenpoos verpozing 
1) Rustpauze 2) Tussenpoos 3) Onderbreking 4) Onderbreking van werk 5) Rustteken in de muziek 6) Rustperiode 7) Lunchtijd 8) Tijdelijke stop 9) Rustpoos 10) Rustpunt 11) Rustteken 12) Even niets doen 13) Vrij van werkzaamheden 14) Rusttijd 15) Tacet 16) Rust 17) Schafttijd 18) Schaft 19) Schorsing 20) Recreatie 
Zie rust
Etym: Lat. pausa = het ophouden. - In de narratologie heeft de term betrekking op de verhouding verteltijd/vertelde tijd. Het gaat om een situatie waarin de vertelde tijd wordt stopgezet, terwijl de verteltijd gewoon verderloopt. Het betreft m.a.w. een radikaal geval van vertraging. - Narratieve pauzes ontstaan bijv. bij uitwijdingen ove...
rustpoos
onderbreking, rust (toon de herkomst via de etymologiebank)
tijd waarin je even stopt met wat je deed vb: tijdens de pauze at ik een boterham
•tijd waarin de hoofdactiviteit wordt onderbroken.
rustpoos