de schaats zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ sxats ] Verbuigingen: schaatsen (meerv.) langwerpig stuk ijzer onder een schoen waarmee je snel over ijs kunt glijden Voorbeeld: 'klapschaats' Synoniemen: loper scheuvel Spreekwoorden en zegswijzen • een vreemde schaats rijden (=zich raar aanstellen) • een sche... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schaats
lang scherp ijzer onder schoen, voor op het ijs vb: je moet je schaatsen slijpen voor het gaat vriezen een scheve schaats rijden [iets doen wat niet mag of hoort] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=schaats
Een schaats is een ijzer dat onder de schoenen wordt gebonden of aan de schoenen is vastgemaakt, om zich daarmee over het ijs te verplaatsen, schaatsen genaamd. In noordoost Nederland spreekt men van scheuvels en scheuvelen.(Scheuvelen in Groningen, Drenthe en Overijsel) == Glissers == Uit archeologische vondsten is gebleken dat er al in de oertij... Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Schaats
•een ijzer dat onder de schoenen wordt gebonden of aan de schoenen is vastgemaakt, om zich daarmee over het ijs te verplaatsen. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/schaats
Te gebruiken voor schoenachtige instrumenten of voor plateautjes die aan schoenen worden vastgezet, met aan de onderkant metalen bladen, wieltjes of rollers in diverse opstellingen om mee over ijs of andere, meestal gladde, oppervlakken te glijden Gevonden op https://www.ksart.nl/term/schaats