schateren werkw. Uitspraak: [ ˈsxatərə(n) ] Afbreekpatroon: scha·te·ren Vervoegingen: schaterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschaterd (volt.deelw.) hard lachen Voorbeeld: 'schateren van plezier' Synoniem: schaterlachen Synoniemen: gieren lachen Intensiveringen Hoe kun je met schateren een ander begrip versterken? s... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schateren