schavielen werkw. Afbreekpatroon: scha·vie·len Verbuigingen: schavielde Vervoegingen: geschavield (volt.deelw.) het almaar langs elkaar wrijven van touw of zeil waardoor snel slijtplekken ontstaan Voorbeeld: 'Waar de fok steeds langs de stag schavielt, omwikkelen we de stag met een smarting.' . Synoniemen: schavelen 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schavielen
Het doorschuren van touwwerk door het voortdurend ergens langs schuren. Het kan voorkomen worden door een smarting aan te brengen. Gevonden op https://vaartips.nl/tips.htm
1> van touw: kapot schuren. Ook schave(e)len genoemd. 2> van de wind: ruimen als ook veranderlijk worden. (verouderd). Ook schave(e)len genoemd. 3> de zeilen naar de wind zetten. Ook schave(e)len of schevijlen genoemd. 4> wegzeilen, zich uit de voeten maken.(verouderd) Ook schave(e)len genoemd. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=s#schavielen