het schijnsel zelfst.naamw. Afbreekpatroon: schijn·sel Verbuigingen: schijnsels (meerv.) Verbuigingen: schijnseltje (verkleinwoord) zacht licht van een lamp of kaars Voorbeeld: 'Bij het schijnsel van een paar kaarsen nuttigden wij een intieme maaltijd.' . Synoniemen: flikkering glans gloed licht lovertje paillette schijn straling trilhaart...
1) Flauw en indirect licht 2) Flauw licht 3) Flauw of indirect licht 4) Flikkering 5) Glans 6) Glimp 7) Gloed 8) Gloor 9) Gloring 10) Indirect licht 11) Klaarte 12) Licht 13) Lichtglans 14) Lovertje 15) Paillette 16) Schijn 17) Straling 18) Trilhaartje 19) Uitstraling 20) Verlichting 21) Zachte schittering 1) Flikkering 2) Gaslicht 3) Glans 4) Glimp 5) Gloed 6) Gloor 7) Gloring 8) Licht 9) Lichtje 10) Lovertje 11) Paillette 12) Reflex 13) Schim 14) Schijn 15) Schijnbeeld 16) Straalflikkering 17) Straling 18) Trilhaartje 19) Verlichting 20) Weerschijn 21) Zweem 
zacht licht vb: bij het schijnsel van een kaars hebben we gedineerd
flauw of indirect licht