schuieren werkw. Afbreekpatroon: schui·e·ren Verbuigingen: schuierde Vervoegingen: geschuierd (volt.deelw.) 1) met een enigszins ruw voorwerp een stoffen of leren voorwerp bewerken ter reiniging Voorbeeld: 'Hij schuierde zijn juchtleren jasje en het was weer als nieuw.' 2) enz. 3) tweede betekenisomschr... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schuieren
•met een enigszins ruw voorwerp een stoffen of leren voorwerp bewerken ter reiniging. •tweede betekenisomschrijving. •enz. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/schuieren