seizen werkw. Afbreekpatroon: sei·zen Verbuigingen: seisde Vervoegingen: geseisd (volt.deelw.) vastsjorren (van een tros) . 3 definities
1) Beleggen 2) Vangen 3) Vastbinden 4) Vastsjorren 1) Sjorren 2) Vastbinden 3) Vastsjorren 
vastbinden (toon de herkomst via de etymologiebank)
vastbinden
1> met korte einden touw, seizings, vastzetten. 2> een touw ergens op vast zetten. Zie ook beleggen. 3> volgens P. Versnel's Vakwoordenboek ook sjorren. Gezien de onbetrouwbaarheid van de vertalingen voor dit woord mag m.i. ook de juistheid van deze verklaring in twijfel getrokken worden.
(1) Vastsjorren. (2) Dunne touwen om zware touwen slaan.