1.gekleurde lijn, streep, strook Voorbeeld: ‘Om de vrucht was het eigenlijk niet - dees jaar zou 't niet bijzonders worden; de herels stonden ongelijkig, met kale plekken en brandaders die in rosse slaglijnen door de geelgroene evenheid liepen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php
Uit `De lagere vaktalen: Taal der Loodgieters, zinkbewerkers en gasfitters` 1914 de lijn bij 't afsmetten gebruikt.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742