de sneeuwvlok zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈsnewvlɔk ] Afbreekpatroon: sneeuw·vlok Verbuigingen: sneeuwvlokken (meerv.) stukjes ijs met veel lucht die aan elkaar vast één vlok van sneeuw vormen Voorbeeld: 'De sneeuwvlokken dwarrelen naar beneden.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/sneeuwvlok