spat, vlek; glans, schittering, luister - Voorbeeld: ‘Er woonde een bakkerke hier op de hoek, hij had maar een schamel winkelken, maar 't was beter dan ginder waar ze de rijke mensen bedienden met praal en speier’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php