de stuiver zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈstœyvər ] Afbreekpatroon: stui·ver Verbuigingen: stuivers (meerv.) Nederlandse munt met een waarde van vijf cent Synoniemen: stuivertje Spreekwoorden en zegswijzen • wie voor het oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken (=wie in een lage sociale klasse g... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stuiver
1) Geldstuk 2) Mannelijke plant van een tweehuizige windbestuiver 3) Medaille 4) Munt 5) Muntje 6) Muntstuk 7) Nederlandse munt 8) Oud wisselgeld 9) Oude koperen munt 10) Oude munt 11) Oude Nederlandse munt 12) Plaats in Zeeland 13) Plant 14) Slofje 15) Sou 16) Stuivertje 17) Vijf cent 18) Vijfcentstuk Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Stuiver/1
Nederlandse munt ter waarde van 1-48 rijksdaalder. In 1656 in de Oost op 1-60 rijksdaalder gesteld - de Indische stuiver werd daarom lichte stuiver genoemd. De ongesnoeide zilveren Hollandse stuiver werd opgewaardeerd tot zware stuiver, dat is 1 1-4 lichte stuiver. Gevonden op http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/
• [numismatiek] een muntstuk van vijf cent (f0,05), een twintigste van een gulden. •tweede betekenisomschrijving. •enz. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/stuiver