suppleren werkw. Afbreekpatroon: sup·ple·ren Verbuigingen: suppleerde Vervoegingen: gesuppleerd (volt.deelw.) een toevoeging verstrekken Voorbeeld: 'Veel mensen suppleren hun dagelijkse inname aan vitamines met pillen.' . Synoniemen: aanvullen 5 definities...
1) Aanvullen 2) Bijbetalen 3) Bijdragen 4) Bijpassen 5) Vervangen 6) Voltallig maken 1) Bijbetalen 2) Vervangen 
Aanvullen van het onderpand bij een lening indien de waarde van de in onderpand gegeven effecten door koersdaling onder het vereiste minimumniveau is gekomen.
Suppleren is een speciaal bij effectenkredieten gebruikte uitdrukking voor het aanvullen van het tekort aan zekerheden om een bestaande onderdekking, bijvoorbeeld als gevolg van koersdaling, op te heffen.
Def.: kunstmatig aanvullen van een kustprofiel met van buiten het balansgebied aangevoerd zand.
Aanvullen van het onderpand bij een lening indien de waarde van de in onderpand gegeven effecten door koersdaling onder het vereiste minimumniveau is gekomen.
aanvullen