terugkrijgen werkw. Uitspraak: [ təˈrʏxkrɛixə(n) ] Afbreekpatroon: te·rug·krij·gen Vervoegingen: kreeg terug (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft teruggekregen (volt.deelw.) 1) weer krijgen wat eerder al in je bezit was Voorbeeld: 'de gestolen sieraden weer terugkrijgen' Antoniem: teruggeven 2) als reactie kri... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/terugkrijgen