tikken werkw. Uitspraak: [ ˈtɪkə(n) ] Afbreekpatroon: tik·ken Vervoegingen: tikte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getikt (volt.deelw.) 1) (het geluid van) tikken geven Voorbeelden: 'de regen tikt op het dak' , 'het horloge tikt' , 'op het raam tikken' , 'iemand op de schouder tikken' 2) schrijven door met je ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tikken
een of meer zachte klappen geven vb: ik tikte hem op de schouder een brief of tekst machinaal op papier zetten vb: hij tikte de brief op de computer Synoniem: typen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=tikken
Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 't even op de schijf zetten van een steentje, om een zeer klein facetje te maken. het kolletje tikken: het op de juiste maat maken, als het te klein is geworden.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742