toebehoren werkw. Uitspraak: [ ˈtubəhorə(n) ] Afbreekpatroon: toe·be·ho·ren Vervoegingen: behoorde toe (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft toebehoord (volt.deelw.) eigendom zijn van Voorbeeld: 'Het landhuis behoort toe aan een familie die zelf in de stad woont.' Synoniemen: behoren behorend benodigdheden horen parafernalia toevoeg...
1) Aanbehoren 2) Aangehoren 3) Accessoire 4) Accessoires 5) Attribuut 6) Auditeren 7) Behoren 8) Behorend 9) Benodigdheden 10) Eigendom zijn 11) Het eigendom zijn van 12) Hulpstukken 13) Onderdeel 14) Parafernalia 15) Sequeel 16) Toehoren 17) Toevoegsel 1) Aangehoren 2) Accessoire 3) Accessoires 4) Attribuut 5) Auditeren 6) Behoren 7) Toekomen 8) Toevoegsel 
alle dingen die erbij horen vb: ze kreeg een naaimachine met toebehoren
•het eigendom zijn van.
wat bij iets hoort
Een product (of dienst) dat gemaakt is om gebruikt te worden in combinatie met een hoofdproduct, bijvoorbeeld een draagtas bij een laptop, een hoofdtelefoon bij een stereo-installatie, een onderhoudscontract bij een machine. Kenmerken voor een dergelijk product of dienst is dat het zonder het hoofdproduct van weinig nut is. Het proces van ontvangst...
vastgoedrecht: met alles wat er al dan niet onlosmakelijk aan vasthangt. Bijv. het huis met ~, dus met inbegrip van garage, ...