de uitbetaling zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'œydbətalɪŋ ] Afbreekpatroon: uit·be·ta·ling Verbuigingen: uitbetalingen (meerv.) keer dat je (iets) betaalt of in geld omzet Voorbeelden: 'de uitbetaling van loon' , 'je werkgever een verzoek tot uitbetaling van je vakantiedagen doen' Synoniemen: uitkering 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitbetaling